Nieuwe regeringen moeten nu werk maken van tax shift: hogere belastingen op fossiele brandstoffen en lagere op elektriciteit
Opinie/open brief
Het was een opvallende vaststelling bij de voorbije verkiezingscampagne: het klimaat was geen thema. Het onderwerp kwam nauwelijks ter sprake in de debatten, politici maakten er amper woorden aan vuil. Het leek alsof het klimaatprobleem zichzelf heeft opgelost. Het tegendeel is waar. De klimaatverandering gaat onverminderd verder. Celsius trekt zich niets aan van de verkiezingsuitslag. Wat we nu al weten, is dat klimaat ongemeen snel weer op het bord van de politici zal belanden. Of ze dat nu willen of niet. Onze nieuwe regeringen denken daar maar best over na.
Als we de klimaatopwarming en de gevolgen daarvan voor onze samenleving willen aanpakken, zijn hogere belastingen op fossiele brandstoffen én lagere belastingen op elektriciteit een no-brainer. Het gebruik van elektriciteit moet zowel voor de burgers als voor de bedrijven zo aantrekkelijk mogelijk worden gemaakt. En dat is nu allesbehalve het geval.
Het probleem in België is dat - in vergelijking met de omringende landen - onze elektriciteitsfactuur drie tot vier keer zo duur is als onze gasfactuur. Hiermee loopt België voorop in het EU-peloton, in andere landen is elektriciteit t.o.v. gas echter maar 1 à 2 keer zo duur. De CREG-studie van deze week bevestigde dit opnieuw. De reacties op de studie toonden direct ook aan dat zulke verhoudingen enkel maar twijfel bij de consumenten veroorzaken. Op die manier gaan we nooit voldoende mensen overtuigen om te investeren in warmtepompen. Op die manier gaan we de industrie en transportsector evenmin snel aan boord krijgen om te elektrificeren. Want ook de bedrijven zouden sneller kunnen verduurzamen, maar worden verlamd door het uitblijven van politieke beslissingen. Beslissingen nu zijn noodzakelijk voor de investeringszekerheid en jobs in België en de financiële weerbaarheid van onze gezinnen.
Tax shift
We pleiten dus onomwonden voor een tax shift, een verschuiving van de belastingen op elektriciteit naar een belasting op gas en andere fossiele brandstoffen. Om te vermijden dat een dergelijke tax shift een losse flodder wordt die een gat in de nu al bloedrode begroting slaat en geen draagvlak heeft bij de bevolking, is het zaak om op verschillende domeinen tegelijk in te grijpen: op vlak van woningrenovatie, maar ook in de fiscaliteit en de accijnzen.
Wat de woningmarkt betreft, tonen de cijfers aan dat actie nodig is: 92,2% van de bestaande woningen heeft een energetische renovatie nodig. En van de Vlaamse gezinnen verwarmt nog 87% fossiel. Wereldwijd is vastgoed verantwoordelijk voor 27% van de CO2-uitstoot. Nochtans is verwarmen met een (hybride) warmtepomp de toekomst en daarvoor hoef je niet te wonen in een super geïsoleerde woning of hoef je niet noodzakelijk vloerverwarming te hebben. Onderzoek heeft uitgewezen dat vandaag al 1 op de 2 Belgen zijn woning kan verwarmen met een warmtepomp, zonder grote renovatiewerken. Alleen is hij zich daar niet bewust van. Echter, de hoge elektriciteitsprijzen (en dus een langere terugverdientijd) vormen een obstakel. (Renovatie)premies voor warmtepompen zijn dus een deel van de oplossing, tot wanneer elektriciteit goedkoper is dan gas. Tegelijk moeten we op termijn de verkoop van nieuwe gascondensatieketels verbieden en de vervanging van bestaande uitfaseren. Een CO2-taks, zoals ETS2, fungeert hier als stok achter de deur.
Ook fiscale prikkels kunnen een stimulans vormen om een brede renovatiegolf te ontketenen. We moeten overwegen om verlaagde btw-tarieven te koppelen aan duurzame bouwtechnieken en aan betrouwbare EPC-labelsinzichten rondom energielast van een woning. Lagere registratierechten bij energetische renovaties en wijzigingen aan het verkooprecht, de onroerende voorheffing of de inkomstenbelastingen bieden eveneens heel wat interessante opportuniteiten.
Daarnaast moeten we bepaald gedrag ontmoedigen door de reële maatschappelijke kosten in het product op te nemen. Voorbeelden hiervan zijn een koolstofbeprijzing aan het effectieve verbruik of een bonus-malusheffing gekoppeld aan het E-peil van de woning.
Tot slot spelen ook accijnzen een rol. Het is een feit dat in België de accijnzen op huisbrandolie, aardgas, kerosine en diesel in vergelijking met veel andere landen erg laag zijn. Zo wordt in Nederland huisbrandolie belast tegen tarieven vergelijkbaar voor motorbrandstoffen. Met andere woorden:Ons omringende landen slagen daar slagen ze er beter in heffingen te implementeren waarin de volledige klimaatkost ingecalculeerd is.
Sociaal klimaatbeleid
We beseffen maar al te goed dat té drastisch ingrijpen op de accijnstarieven op fossiele brandstoffen economisch en sociaal niet haalbaar is. We voorzien dan ook best in systemen (vb. cliquet-systeem) die het mogelijk maken de impact van hoge energieprijzen te temperen. En bij lage prijzen kan de klimaatbelasting weer versneld worden. Zo behouden we de steun van burgers en bedrijven. Sociaal kwetsbare doelgroepen mogen we nooit uit het oog verliezen. Hiervoor moeten we kiezen voor structurele oplossingen die een uitkomst bieden inzake energie-efficiëntie, door huiseigenaren en sociale woningbouw aan te zetten tot het uitvoeren van duurzame maatregelen.
Budgetneutraal
En neen, een tax shift staat niet gelijk met een tax cut of een tax lift. We spreken wel degelijk van een budgetneutrale verschuiving als we alle maatregelen op de juiste manier doen samenvloeien. We hebben geen andere keuze als we de opwarming van onze planeet willen tegenhouden. We moeten zo snel mogelijk af van het gebruik van fossiele brandstoffen. Als maatschappij moeten we échte keuzes gaan maken. De nieuwe regeringen moeten kiezen voor een tax shift van elektriciteit naar gas.
Bert Clinckers, managing-director Eneco België
Michel De Paepe, professor thermodynamica, UGent
Klaas Decanniere, Warmtepompplatform (ODE)
Lieve Helsen, professor toegepaste mechanica en energieconversie KULeuven
Thijs Van Den Brande, Daikin
Bram Claeys, energie-expert
Dieter Jong, Re.alto
Angelos Koutsis, beleidsexpert energie Bond Beter Leefmilieu
Benjamin Clarysse, beleidscoördinator Bond Beter Leefmilieu
Mark Delanote, advocaat